De reis naar Sutra met Sidi Larbi Cherkaoui
9 mei 2025

In 2007 vertrok Vlaams-Marokkaanse choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui richting China. In een poging uit zijn comfortzone te breken sloot hij zich tijdelijk op bij een groep Shoalin monniken. Het resultaat is de adembenemende voorstelling Sutra, die wo 28 t/m vr 30 mei te zien is.
“Ik zat een beetje vast in mijn werk” zegt Sidi Larbi Cherkaoui. “en voelde de behoefte uit de gebaande paden te breken. Ik sprak hierover met een vriend, de producer Hisashi Itoh, en hij vroeg me: Waar ben je echt in geïnteresseerd? Ik noemde allerlei dingen die belangrijk voor me waren – waaronder vechtsport en yoga – en hij zei: Waarom ga je niet naar de Shoalin-tempel? Je kunt de monniken ontmoeten en met ze praten.”
Zelfs los van Cherkaoui’s persoonlijke passies is het geen wonder dat het voorstel van Itoh onweerstaanbaar bleek. Cherkaoui is geboren in België met een Vlaamse moeder en een Marokkaanse vader. Hij is geheelonthouder en veganist. Het gevoel van anders-zijn heeft hij altijd gehad en dat bracht hem op een ontdekkingstocht langs andere culturen om te ontdekken wat ons mensen met elkaar verbindt. In gesprekken en in zijn werk toont hij een aanstekelijk optimisme over hoe ogenschijnlijk verschillende culturen toch overeenkomsten blijken te hebben.
Alleen iemand met zo’n hongerige en vruchtbare geest als Cherkaoui kan uit onvrede met de danswereld zo’n buitengewone dansvoorstelling creëren. Sutra (“Draad”), dat uiteindelijk voortkwam uit het gesprek met Itoh, was vanaf het begin een groot succes. De première in mei 2008 leidde tot lyrische recensies en sindsdien heeft de voorstelling 83 steden in 33 landen aangedaan, met meer dan 250.000 bezoekers – niet slecht voor een dansvoorstelling met een cast van 20 man, waarvan slechts één een danser is.
Cherkaoui’s reis naar de tempel bleek een openbaring. “Ik had een beeld in mijn hoofd over hoe het leven van de monniken eruit zou zien,” zegt hij, “maar toen ik daar was, kreeg dat zoveel meer diepte. Vooral toen ik begreep wat een emotionele reis het moet zijn om monnik te willen worden. Iedereen had zijn eigen reden om daar te zijn en ik had die van mij. Ik was daar vanwege de dingen waarmee ik worstelde.”
Cherkaoui’s band met de monniken hield daar niet op. “Ik ontmoette meester Shi Yanda en had het gevoel dat ik eindelijk iemand had ontmoet aan wie ik de vragen kon stellen die er echt toe doen. Zoals: waarom prediken ze vrede, maar vechten ze als bezetenen? Hij legde uit dat meditatie bedoeld is om de geest tot rust te brengen, en kungfu om het lichaam tot rust te brengen. Het draait allemaal om verbondenheid met dieren. Daar kon ik me mee identificeren, want als ik choreografeer wil ik steeds meer denken als een dier in plaats van als een mens.”

De houten kisten van Antony Gormley
Maar wie moest de scenografie ontwerpen van de productie die in Cherkaoui’s hoofd begon te ontkiemen? Sinds ze in 2005 samenwerkten aan Zero Degrees was hij bevriend met Antony Gormley en wist hij dat de Britse beeldhouwer eerder uitgebreid door Azië had gereisd om het boeddhisme te bestuderen. “Ik heb hem meteen gebeld, en ik zei: je móét hierheen komen. We hadden al eerder uitgesproken, dat we graag opnieuw samen wilden werken en ik voelde gewoon: dit is het.”
Gormley hoefde niet overtuigd te worden. “Ik ben zéér geïnteresseerd in China,” zegt hij, “omdat ik denk dat China, of we het nu willen of niet, de toekomst heeft. Ik denk dat het boeddhisme en het taoïsme ons veel kunnen leren over hoe je lichaam en geest in evenwicht brengt.”
Gormley’s carrière is voortgekomen uit zijn fascinatie voor het menselijk lichaam, en zijn cruciale bijdrage aan Sutra weerspiegelt dat. “In mijn zeer beperkte en amateuristische rol als ontwerper voor dans,” zegt hij, met kenmerkende bescheidenheid, “ben ik niet geïnteresseerd in het manipuleren van licht om je te vertellen wat voor emotie je zou moeten voelen, of in het illustreren van een verhaal, of in het creëren van scènes zodat je weet waar je bent. Ik vind het interessant om dansers iets te geven waarmee ze hun lichaam kunnen uitbreiden en steeds nieuwe vormen kunnen maken.” En zo kwam Antony met het idee van de dozen. “Ik voelde dat we iets groots te pakken hadden.”
“Ik wilde me bezighouden met ruimte en in zekere zin met architectuur. En een bouwsteen als minimalistisch stuk architectuur kan dienen om grotere constructies te maken. De proporties van de doos zijn echt belangrijk: 60cm x 60cm x 180cm. Je zou kunnen zeggen dat dit een gemiddelde menselijke maat is."
De partituur van Szymon Brzóska
Voor de muziek wendde Cherkaoui zich tot een componist die nog aan het begin van zijn carrière stond. Szymon Brzóska, geboren in Polen, was toen 27 en had net zijn compositiestudie in Antwerpen afgerond. “Dat jaar, zag ik Larbi’s stuk Myth (2007),” herinnert hij zich. “Ik vond het zó mooi, dat ik het drie keer achter elkaar heb gezien. Na één van de voorstellingen ben ik naar Larbi toegegaan en gaf hem mijn cd. Een paar weken later stelde hij voor dat ik aan Sutra zou meewerken!”
Nadat hij enkele muzikale “schetsen” voor Cherkaoui had geschreven, kwam Brzóska tot een melancholische compositie voor viool, altviool, cello, piano en percussie, die in veel opzichten contrasteerde met de krachtige lichamelijkheid van de bewegingen van de monniken.
“Ik heb nooit de bedoeling gehad om muziek te schrijven die op een clichématige manier geïnspireerd is op Chinese muziek,” zegt hij, “maar ik wilde wel een specifiek Chinees gevoel oproepen. We hebben enkele percussie-instrumenten uit China en uit de tempel gebruikt, maar het ging meer om het creëeren van een specifieke sfeer. De strijkers hielpen me dat vorm te geven, evenals de harmonieën die ik voor ogen had. Ik gebruikte de piano omdat ik zelf pianist ben, en omdat ik dacht dat die een brug kon vormen.”

Van repetitieruimte tot podiumsucces
Begin 2008 keerde Cherkaoui terug naar de tempel met een vroege opname van Brzóska’s compositie en bevond hij zich plots in een geïmproviseerde repetitieruimte met de monniken.
“De eerste keer draaide alles om beweging,” zegt hij. “Martial arts en Shaolin kungfu hebben vaste bewegingen, dus vroeg ik gewoon: wat is jullie bewegingsvocabulaire? Van wat ze me lieten zien waren sommige dingen echt interessant en met andere dingen wist ik niet goed raad. Ik hield van hun dierlijke incarnaties, zoals wanneer ze bewegen als een panter of een slang. Het is echt theater en dans. Als je het Zwanenmeer danst, moet je geloven dat je een zwaan bent. Wanneer een martial artist gelooft dat hij een adelaar is, is het dezelfde verbeeldingskracht.”
Als Cherkaoui spreekt over de productie die uit deze vroege workshops ontstond, komt het woord “reis” steeds terug. Sutra voelt inderdaad als een reis: zijn reis in het hoofd van een monnik; zijn poging om het bestaan van de monniken te begrijpen, te zien wat zij uit hun leven hebben verwijderd, hun fysieke kracht te rijmen met hun spirituele rust.
“Het moment waarop ik besloot zelf mee te dansen was pas in de laatste twee à drie weken voor de première. Ik creëerde al die collectieve stukken met de monniken en ik voelde dat er iemand tegen de stroom in moest gaan. Er zijn kleine momenten waarop duidelijk is dat er een leider is, en dit leiderschap verschuift steeds tussen de monniken. Maar ik voelde dat het grotere verhaal toch mijn eigen waarneming zou blijven, en dat mijn personage perspectief kon bieden, een vorm van identificatie. Daarom denk ik dat veel mensen het mooi vonden – omdat ze zich konden herkennen in dat personage.”
“Veel mensen” is eigenlijk een understatement – 243 uitvoeringen (en het aantal groeit nog steeds) in tien jaar tijd is een buitengewone prestatie voor zo’n experimentele voorstelling. Het roept de vraag op of Cherkaoui zo’n interculturele onderneming nu belangrijker acht dan ooit, in een tijd waarin het westen zich steeds meer naar binnen lijkt te keren. “Ik denk absoluut dat het belangrijk is om steeds naar die andere oever te reiken,” zegt hij. “Om te begrijpen dat daar iemand is zoals jij, die je kan inspireren. Ik moest helemaal naar China gaan om mezelf terug te vinden. Ik zat vast en hield niet van wat ik in de spiegel zag. Door naar de tempel te gaan leerde ik meer om mezelf te geven en besefte ik: oh, ik ben oké. En het waren de monniken die me die kracht gaven, door me te verwelkomen en me vragen te stellen die enerzijds naïef waren, en anderzijds essentieel. Ze vroegen gewoon: ‘Wat is een choreograaf?’ En ik dacht: Dat is de beste vraag die ik ooit heb gekregen! Wat ben ik?”
“Ik wens iedereen dit gevoel toe,” besluit hij, “het gevoel van een nieuw begin.”
Deze tekst werd geschreven door Mark Monahan en werd aangepast naar redactionele richtlijnen van Amare.

Sutra | Sidi Larbi Cherkaoui with monks from the Shoalin Temple
wo 28 t/m vr 30 mei 2025

Documentaire Don't Put Me in a Box | Sidi Larbi Cherkaoui
zo 18 & di 20 mei 2025

Open les | Kung Fu Moves onder leiding van monnik Jiahao
ma 26 mei 2025